24-05-2025 Ze moeten burgers helpen, maar ook de orde handhaven en soms keihard optreden. Ze willen de wereld beter maken, maar discrimineren zelf ook. In de nieuwe voorstelling ‘CONTRA’ van het Drentse Wabi Sabi Theater worden politieagenten zowel kritisch als met compassie bekeken. En met humor.
Tussen de bunkers aan de Donderboerkamp in Donderen staat een politiebus met blauwe zwaailichten en loeiende sirenes. Nee, er is hier geen drugslab opgerold of motorclub binnengevallen. De bus speelt een grote rol in de nieuwe muziektheatervoorstelling CONTRA van Wabi Sabi Theater, sinds vorig jaar huisgezelschap van DNK in Assen, die hier op locatie wordt gespeeld. Zie je de agenten met de gele banden op hun blauwe shirts, met helmen op en schilden voor, of de korpschef met haar nette jasje met gouden knopen, dan vergeet je gemakkelijk dat je naar acteurs zit te kijken. Hun bewegingen zijn dansend, acrobatisch soms zelfs, maar wat ze vertellen klinkt minder theatraal. Eerder heel realistisch.
Dat klopt ook wel, want artistiek leider Maarten Smit (48) uit Groningen interviewde zo’n 13 mensen over de politiewereld. Agenten die op straat werken, leidinggevenden, onderzoekers en burgemeesters, maar ook agenten die bij de taakgroep Uitsluiting, Discriminatie en Racisme binnen de politie werken. Wat ze hem vertelden, valt veelal letterlijk uit de monden van de vijf spelers en de zangeres en muzikant terug te horen.
‘Collega’s snappen de ellende’
Werken bij de politie begint vaak met mooie idealen, want als politieman of -vrouw help je burgers en doe je goede dingen voor de maatschappij. Maar er zijn ook schaduwzijden: mensen om je heen willen alleen de mooie verhalen horen. Dat een man die zelfdoding wil plegen letterlijk uit je armen glipt en naar beneden valt, dat kun je nergens kwijt. Behalve bij je collega’s, wat een groot gevoel van saamhorigheid geeft. “Net als bij militairen,” zegt Smit. “Je collega’s snappen die ellende.”
Maar ook dat is complexer dan het lijkt. Agenten identificeren zichzelf enorm met hun beroep, vertelt Smit. “Maar soms moet je als agent dingen doen, bijvoorbeeld opgelegd door de korpsleiding of de politiek, die tegen je eigen overtuigingen ingaan. Dat noemen we moral injuries. Als die zich opstapelen, kan dat ook tot posttraumatisch stresssyndroom (PTSS) leiden.”
“Of wat dacht je ervan als een agent een fout maakt en er wordt een intern onderzoek gedaan? Iemand vertelde me dat hij voor de interne commissie zat en het gevoel had dat er een kanonschot op hem werd afgevuurd – en dat er niks van hem overbleef.”
Uitsluiting
Maarten Smit maakte met Wabi Sabi Theater eerder de voorstellingen Hier valt niets te halen (2022), over armoede en eigenwaarde, en Terecht (2023), over criminaliteit en de rechtspraak – beide met lovende kritieken. CONTRA, over de politie, vloeit daar bijna logisch uit voort. “Bij Terecht kwamen agenten kijken. Een van hen zei: ‘Ja, maar dit is ook niet het hele verhaal.’ Toen werd ik nieuwsgierig.”
Er is één thema dat telkens terugkeert in de voorstellingen: uitsluiting. “Dat speelt bij armoede, maar ook bij criminaliteit én bij de politie. Er zijn 65.000 agenten in Nederland – dat zijn er echt veel. In onze voorstelling gaat het bij uitsluiting over etnisch profileren, maar ook over buitensluiting binnen het korps als er fouten worden gemaakt. Als je als agent – en dus als onderdeel van je identiteit – wordt buitengesloten, kan dat zelfs traumatiserend zijn.”
Tegelijkertijd wordt kritiek op de politie niet geschuwd. Zo spreekt een acteur, als jongen van 15, in de voorstelling een agent aan op zijn wel heel heftige reactie als hij geen identiteitskaart bij zich heeft op het voetbalveld. En denkt een zwarte agent zelf: “Een auto met twee donkere jongens erin? Dat kan niet goed zijn. Aan de kant zetten maar.”
Afgleden naar een politiestaat
Het heftigste dat Maarten Smit hoorde tijdens de interviews? “Eigenlijk heb ik me verbaasd over alles wat in de voorstelling zit. Die dingen zitten erin omdat ze mijn perspectief kantelden. Bijvoorbeeld over hoe snel we kunnen afglijden richting een politiestaat en hoe kwetsbaar de democratie is.”
Terwijl onderzoek aantoont dat Nederland sinds de eeuwwisseling steeds veiliger is geworden – zo horen we een professor in de voorstelling zeggen – is de hysterie over het kleine beetje onveiligheid dat over is, alleen maar gegroeid. En dus roepen politici dat ze dat moeten aanpakken – want wie stemt er nu op een partij die zegt dat alles goed is? En doet de politietop dat ook niet, dan wordt er immers bezuinigd. De gevolgen: de politie krijgt meer wapens, dus wordt er sneller geweld gebruikt, dus is er meer weerstand tegen de politie.
“We leven in een tijd dat die weerstand gevaarlijke vormen aanneemt. Populisten gebruiken de retoriek van: meer verzet, meer middelen, meer geweld. Dat is al twintig jaar bezig, en wordt alsmaar extremer. Als er geluiden zijn te horen waarin wordt gepraat over het herinterpreteren van artikel 1 van de Grondwet, dan zijn er agenten die zich grote zorgen maken en zich letterlijk afvragen: wanneer zeg ik ‘tot hier en niet verder, nu stop ik ermee’? Dat is geen lichtzinnige beslissing, hè, als je jezelf vereenzelvigt met je baan.”
‘Een hele hoop vragen stellen’
De voorstelling wordt dit voorjaar en deze zomer gespeeld op festivals, om in september 2026 op theatertournee te gaan. “Het is ook gewoon een prachtige festivalvoorstelling, met ontzettend goede performers die waanzinnige dingen doen.” Naast het vertrouwde festivalpubliek komen ook agenten kijken. Smit hoopt vooral dat mensen zich na afloop ‘een hele hoop vragen stellen’.
“Veel mensen hebben al een oordeel over de politie. Soms als hun vriend, of juist als hun vijand. Ik denk dat ze allebei gelijk kunnen hebben. Ik hoop dat de complexiteit iets invoelbaarder wordt. Het is ook rot als je de hele tijd voor racist wordt uitgescholden, terwijl je tegelijk klappen opvangt bij je werk. En het valt niet mee om politieagent te zijn, maar dat ontslaat je niet van een bepaalde verantwoordelijkheid. Het is niet eenduidig: je moet van agenten geen schurken maken, maar ook geen helden. Dan ontmenselijk je ze.”