07-06-25 Bij entree van de locatievoorstelling Sabbath krijgen de bezoekers een gifgroen drankje uitgereikt, een heksendrankje zogezegd. We zijn op het Karavaan Festival in Landgoed Ter Coulster in Heiloo, een buitenplaats met dicht bos die al in de late middeleeuwen wordt genoemd. Dit is de plek die choreograaf Niek Wagenaar met met zijn dansgezelschap Nymphs heeft uitgekozen voor een dansvoorstelling over heksen en donkerte, over queerness en mysterie.
Op een open plek in het bos komen drie performers samen. Ze zijn in lange zwarte kledij gehuld, naar ontwerp van Polina Skaia. Ergens aan een boom geeft de maan licht in diverse schijngestalten, van vol tot eerste kwartier; tegen het slot verandert die in een felrode schijf.
Eerst bewegen de dansers zich geheimzinnig op de achtergrond door het bos, geleidelijk komen ze dichterbij. Dit is een rituele ontmoetingsplek. De compositie van Tom van Wee is een indringend klanklandschap met golvende elektronische bewegingen, dwingende ritmes en ruisende sferen. Het herinnert aan Carmina Burana, maar dan van deze tijd. Of The Planets van de Britse componist Gustav Holst. In elk geval is het de perfecte muziek om een heksensabbat zoals Wagenaar die voor ogen staat te verbeelden.
Verwacht geen hekserij in de traditionele betekenis van het woord, maar een uitgekiende choreografie waarbij de drie dansers (Nina Keijzer, Filippo Gualandris en Linde Wagemakers) zich nagenoeg synchroon bewegen. Daarbij is een speciale rol is weggelegd voor soms zeer gedetailleerd hand- en vingerbewegingen. In thematisch opzicht vormt het drietal sterke betrokkenheid op elkaar, waardoor ze een eenheid vormen. Wagenaar is in 2021 afgestudeerd aan de Amsterdamse Academie voor Theater en Dans en volgde daarin de opleiding Urban Contemporary. Het heksachtige waarop het festival en Wagenaar zelf zo het accent leggen, is niet makkelijk terug te vinden, in elk geval niet op anekdotisch niveau.
De knappe dans is gevarieerd, rijk en dynamisch, met tal van bewegingen die verstrengeling en loslaten uitdrukken. Individu en groep, dat is de ritmiek. Elk van de drie dansers heeft een specifiek eigen bewegingspatroon, van ingehouden tot explosief. Soms is de dans vertellend, waarbij bijvoorbeeld het kijken of het juist niet-kijken, dus handen op de ogen, bepalend zijn.
Het lichtontwerp en de scenografie van Rodrigo Ribeiro passen bij deze locatie. Vanuit de dichte begroeiing schijnt licht op de dansplek, soms hard licht dat de dansers transformeert tot krijtwitte figuren, dan rood. De dansers hebben het meeste weg van boswezens die zich soms als lianen met elkaar vervlechten. Aan het slot, wanneer het licht in de maan is uitgedoofd, zullen ze verdwijnen in het duister, en is de rituele samenkomst voorbij.